Product concept
test
Een onderzoek waarbij men de reacties van de consument op het produkt-idee
test. Zie: concepttesting.
Product development
Zie: produktontwikkeling.
Product feature
Al of niet functioneel bewust aangebracht (gebruiks)kenmerk om het produkt
te onderscheiden van andere produkten.
Product life cycle
Het verloop van de afzet of omzet gedurende de tijd dat het produkt op
de markt is. Er zijn vijf fasen: introductie, groei, rijpheid, verzadiging
en neergang. Elke fase vereist een ander marketingbeleid. Zie: levenscyclus
van een produkt.
Product line
Zie: produktgroep.
Product manager
Coördinerende functie om de verschillende marketing activiteiten ten aanzien
van 1 produkt te bewaken. De product manager kan een lijnfunctie zijn
met een eigen budget en eigen verantwoordelijkheid voor de omzet, maar
ook een staffunctie.
Product policy
Het door de topleiding uitgestippelde beleid dat aangeeft wat de aard
en techniek moet zijn van de te ontwikkelen produkten en welke attributen
deze produkten in grote lijnen moeten hebben.
Product recall
Het terugroepen van produkten naar de fabriek in verband met geconstateerde
gebreken, vrijwillig of onder druk van (consumenten of overheids)instanties.
Product-item
Engels voor produktvariant. Zie: produktvariant.
Produkt
1) Een voortbrengsel, voortgebracht door mensen of op mechanische wijze
2) Geheel van fysieke, symbolische en functionele eigenschappen 3) Alles
wat in staat is behoeften te bevredigen 4) Geheel van instrumentele en
expressieve eigenschappen.
Produkt acceptatie
De (gunstige) ontvangst van het produkt op de markt, gemeten in termen
van distributiegraad en eerste aankopen.
Produkt eliminatie
Het afstoten van produkten uit het assortiment.
Produkt georiënteerde onderneming
Onderneming waar de behoeften van de consument niet centraal staan. Men
gaat niet uit van de consument, maar van het eigen produkt.
Produkt image
De wijze waarop een produkt bij de potentiële afnemers over komt (het
beeld dat zij er zich van vormen).
Produkt in allesomvattende zin
Dit bestaat uit het produkt in uitgebreide zin waaraan door consumenten
bepaalde eigenschappen zijn toegekend. Tot deze afgeleide eigenschappen
kunnen worden gerekend: gebruiksnut, gebruiksgemak, status, etc.
Produkt in enge zin
Fysiek produkt. Een verzameling fysieke eigenschappen.
Produkt in uitgebreide zin
Dit begrip bestaat uit het fysieke produkt waaraan door de marketeer een
aantal eigenschappen is toegevoegd b.v. merknaam, verpakking, garantie,
verkrijgbaarheid, etc.
Produkt mix
De verzameling van alle produkten die de onderneming aanbiedt (dus hetzelfde
als assortiment), soms echter ook als: de mix van de produktattributen.
Produkt onderzoek
Onderzoek rond de fysieke eigenschappen van het produkt zoals smaak- en
gebruiksaspecten. Veelal in vergelijkende zin (zie comparatieve test).
Indien 1 produkt wordt getest spreekt men van monadisch of van acceptatietest.
Produkt plus
Differentieel voordeel van een produkt ten opzichte van soortgelijke produkten.
Produkt(ie)-oriëntatie
Staat tegenover verkoop- en markt-oriëntatie. Een ondernemingsfilosofie
die ervan uitgaat dat een goed produkt (mits laaggeprijsd) zichzelf verkoop
en dat derhalve de volledige bedrijfsaandacht op produktie-efficiency,
schaalverbetering e.d. moet liggen.
Produktacceptatie-onderzoek
Onderzoek waarbij wordt nagegaan hoe de ontvangst is van een produkt in
termen van eerste aankopen (trial) en herhalingsaankopen (repeat).
Produktattributen
Zie: attributen en produktkenmerken.
Produktbeleid
Zie: product policy.
Produktcategorie
Groep samenhangende produkten.
Produktconcept
Een produktconcept geeft aan wie de gebruiker is, welk probleem het oplost,
in welke gebruikssituatie het een functie vervult en hoe het zich verhoudt
tot concurrerende produkten.
Produktdifferentiatie
Een marketingstrategie die beoogt verschillen tussen het eigen en concurrerende
produkten te ontwikkelen en die naar afnemers toe te communiceren; daarbij
wordt uitgegaan van het produkt en niet van de markt. Staat tegenover
marktsegmentatie.
Produktdoelstellingen
De gewenste eindsituaties die met het marketinginstrument 'produkt' kunnen
worden nagestreefd.
Produkteigenschappen
Zie: produktkenmerken.
Produktgroep
Een aantal verschillende produkten, dat op een bepaalde manier geordend
is. Ordening kan plaats vinden op basis van prijsklasse, winkels waar
verkocht wordt, gezamenlijk gebruik, behoeften waarin voorzien wordt.
Zie: produktklasse en produktlijn.
Produktie centra methode
Zie: kostenplaatsmethode.
Produktie tijdperk/produktiefilosofie
Periode waarbij men bij het leiden van ondernemingen uitgaat van het produktconcept:
dus de kwaliteit van het produkt als uitgangspunt neemt voor succes op
markten ('een goed produkt verkoopt zichzelf').
Produktieverwantschap
Produktieverwante artikelen zijn artikelen die: 1. dezelfde technische
herkomst hebben 2. uit dezelfde grondstof vervaardigd zijn 3. dezelfde
geografische herkomst hebben.
Produktinnovatie
Het zich richten op de ontwikkeling van nieuwe produkten.
Produktkenmerken
Zie: Produktgroep.
Produktlevenscyclus
Zie: product life cycle en levenscyclus van een produkt.
Produktlijn
Zie: Produktgroep
Produktmix
De combinatie van produktattributen als kwaliteit, verpakking, merk enz.
Produktmodificatie
Het veranderen/vernieuwen van elementen van het produkt of de produktattributen.
Produktontwikkelingsfase
Fase vijf in het totale produktontwikkelingsproces. Komt na de commerciële
en bedrijfseconomische fase en voor de fase van markttesten.
Produktplanning comité
Comité samengesteld uit discipline-specialisten die naast hun eigen dagelijkse
werk worden ingeschakeld voor produktontwikkeling.
Produktreclame
Reclame voor produkten of diensten. Het tegengestelde begrip van institutionele
reclame.
Produktregel voor kansen
Indien 2 gebeurtenissen 'a' en 'b' onafhankelijk van elkaar zijn geldt
dat de kans op gebeurtenis 'a en b' gelijk is aan de kans dat 'a' optreedt
maal de kans dat 'b' optreedt.
Produktsoort
Zie: produktvorm.
Produkttest
Uittesten van het produkt (ruim opgevat). 1) As marketed product test.
Een producttest waarbij de testprodukten identiek zijn aan de produktie
die NU op de markt zijn, of zoals die volgens PLAN op de markt zullen
komen. Doel is het onderhavige produkt zo natuurgetrouw mogelijk te testen.
2) Blind-producttest: produkten in neutrale verpakking testen.
Produkttype
Zie: produktvorm.
Produktvariant
Een specifieke variant van een bepaald produkt. Komt als zodanig vaak
apart voor in de catalogus/prijslijst van de aanbieder.
Produktvoordelen
De voordelen die vanuit de optiek van de klant aan een produkt kleven.
De snelheid, zuinigheid of veiligheid van een auto. Het gebruiksgemak,
bedrijfszekerheid, toegankelijkheid en snelheid van een computer. De status,
en nauwkeurigheid en het afleesgemak van een horloge.
Produktvorm
De fysieke uitingsvorm waarin het produkt zich aan ons voordoet. B.v.
bij scheersystemen vallen twee produktvormen te onderscheiden: nat- en
droogscheren.
Proef
In marktonderzoek meestal vooronderzoek.
Proefassortiment
Het gedeelte van het assortiment dat bestaat uit nieuwe artikelen, die
uitgetest worden alvorens te beslissen of ze definitief in het kern- of
randassortiment zullen worden opgenomen.
Proefenquête
Enquête onder een kleine steekproef (25 à 30 personen) ter voorbereiding
van de vraagstelling van de echte enquête. Is de volgorde van de vragen
juist, zijn de vragen begrijpelijk, wordt de gewenste informatie gegeven
etc. Zie: pilot study.
Proefmarkt
Marktonderzoek in werkelijkheid. In een geselecteerd gebied of stand wordt
het produkt of het merk op de gewone wijze gedistribueerd. Na verloop
van tijd bepaalt men of het gewenste verkoopresultaat is bereikt. Zie:
testmarkt.
Proefmonster
Proefexemplaar.
Proefpersoon
Of een persoon die vrijwillig meewerkt, òf een persoon die zonder dat
hij het weet geobserveerd wordt. Engelse term: subject. Zie: pp.
Professional marketing
Marketing die zich richt tot beroepsuitoefenaren.
Professionele reclame
Reclame gericht op degenen die een bepaald produkt of dienst in het eigen
beroep nodig hebben (artsen, architecten enz.).
Profit organisatie
Organisatie die gericht is op het maken van winst.
Prognose
Een op basis van een stuk kennis voorspelde ontwikkeling (b.v. van de
omzet). Engelse term: forecast.
Prognose technieken
Wiskundige technieken ter voorspelling van bijvoorbeeld toekomstige marktontwikkelingen.
Progressief variabele kosten
Hiervan is sprake als bij de toename van de produktie de variabele kosten
per eenheid stijgen; bijvoorbeeld als gevolg van (dure) overuren.
Projectietest
Een test waarbij een persoon moet reageren op vaag en nauwelijks gestructureerd
materiaal (inktvlekken).
Projectieve techniek
Vraagtechniek die gehanteerd wordt bij gevoelige onderwerpen. Aan de respondent
wordt gevraagd wat hij denkt dat andere mensen er van zullen vinden. Zie:
derde persoonstechniek.
Projectievraag
Indirecte vraag waarbij de ondervraagde zijn mening of gedrag uitbeeldt
door de omschrijving van de mening of het gedrag van een ander: hij 'projecteert'
zichzelf in het antwoord.
Promotie
Onderdeel van de marketingmix met als doel de communicatie met de afnemer.
Promotiebudget
Zie: Reclamebudget.
Promotiedoelgroep
Groep waarop men de promotie-inspanningen richt.
Promotiemix
Maatregelen die tot doel hebben om voor een korte of lange periode de
verkoop van een produkt of dienst te verbeteren.
Promotions
Tijdelijke prijs/waarde verandering met als doel het realiseren van een
omzetstijging.
Propaganda
Communicatie met een ideële doelstelling.
Proportioneel variabele kosten
Hiervan is sprake als bij toename van de produktie de variabele kosten
per eenheid gelijk blijven.
Propositiebekendheid
De mate waarin de prospects de claim/propositie van een reclame-uiting
of produkt/merk kennen.
|