Laboratoriumonderzoek
Elke vorm van onderzoek waarbij de onderzoeksituatie niet natuurlijk is,
maar een gecontroleerde dan wel kunstmatige situatie. Het is veelal kleinschalig
onderzoek. Veel reclame-onderzoek vindt op deze wijze plaats.
Laggards
Zie: Adoptiecategorieën.
Lang kanaal
Het distributiekanaal dat bestaat uit: fabrikant-grossier-detaillist-consument.
Lange termijn planning
Planning voor een periode van minimaal 5 jaar.
Laspeyres
Door Laspeyres ontwikkelt gewogen samengesteld indexcijfer. Zie: indexcijfer
(Laspeyres).
Late majority
Zie: Adoptiecategorieën.
Latente behoefte
Een behoefte die onbewust leeft bij de consument en die aangewakkerd moet/kan
worden door middel van bijvoorbeeld reclame of persoonlijke verkoop.
Lay-out
De harmonische rangschikking van de elementen van een advertentie/reclamedrukwerk
of de indeling (plattegrond) van een winkelruimte.
Leading question
Dit is een suggestieve vraag die het antwoord in een bepaalde richting
leidt. In de meeste onderzoeken is dit niet toegestaan. Uitzondering vormen
vrije interviews, waarbij het dienst doet als gespreksstimuli, men moet
zich hier echter dan wel bewust van zijn.
Leads
Aanknopingspunten, die uitgangspunt vormen voor de te stellen vragen in
een open interview. Zie checklist.
Leadtime
De periode die nodig is om een beslissing voor te bereiden en uit te voeren.
Leasing
Het, in principe voor onbepaalde tijd, huren van kapitaalgoederen. Twee
hoofdvormen: 1) operational leasing 2) financial leasing.
Leeftijdsgroep
Een groep mensen in dezelfde leeftijdsklasse. In het marktonderzoek werkt
men veelal met een 7-tal leeftijdsgroepen. Deze zijn: 1) 0 t/m 14 jaar
2) 15 t/m 19 jaar 3) 20 t/m 24 jaar 4) 25 t/m 34 jaar 5) 35 t/m 49 jaar
6) 50 t/m 64 jaar 7) 65 jaar en ouder.
Leereffect
Een vertekening van onderzoekresultaten als gevolg van leren bij een proefpersoon
tijdens het onderzoekproces of doordat hij al vaker aan een dergelijk
onderzoek heeft meegedaan.
Leersituatie
De situatie waarin de lerende persoon zich bevindt, de situatie rondom
de prikkel of het te leren materiaal.
Leertheorie
Theorie die zich met leren bezighoudt. Er worden 2 leertheorieën onderscheiden
t.w.: 1) klassieke conditionering 2) instrumentele conditionering.
Leesbaarheidsmeter
Met dit apparaat kan worden vastgesteld hoeveel tijd de proefpersoon nodig
heeft om een gegeven aantal woorden of afbeeldingen waar te nemen.
Leesbaarheidstest
Onderzoek dat erop gericht is na te gaan hoe een tekst gemakkelijker te
begrijpen kan worden gemaakt en/of boeiender kan worden gemaakt.
Leesintensiteit
De hoeveelheid die een persoon gewoonlijk leest in relatie tot de gehele
inhoud.
Leiding
De essentie van leiding is het richting geven aan actie van personen,
deze actie op gang brengen en besturen, teneinde tot het vastgestelde
doel te komen.
Leren
Oefenings- en ervaringsproces waardoor min of meer blijvende gedragsveranderingen
plaatsvinden. Blijvende gedragsveranderingen die optreden door lichamelijk
letsel of tijdelijke gedragsveranderingen door b.v. alcohol vallen erbuiten.
Levenscyclus
Deze term komen we tegen bij produkt en bij gezin. Produkt en gezin doorlopen
diverse stadia die van verschillende betekenis voor de marketing zijn.
Zie: product life cycle en gezinslevenscyclus.
Levenscyclus van een gezin
Zie: Gezinslevenscyclus.
Levenscyclus van een produkt
Het verloop van de afzet of omzet gedurende de tijd dat een produkt op
de markt is.
Levensstandaard
Materiële peil van het leven in een bepaalde gemeenschap. Engels: standard
of living.
Levensstijlsegmentatie
Marktsegmentatie op basis van de levensstijl van consumentengroepen.
Leverancierskrediet
Leverancierskrediet ontstaat als bij levering van de goederen niet onmiddellijk
wordt betaald. Hier tegenover staat het afnemerskrediet: de afnemer betaalt
voordat de prestatie is geleverd.
Leveringscondities marktonderzoek
De voorwaarden waaronder marktonderzoek wordt verricht. De vorm, werkwijze,
levering en betaling zoals meestal al zijn vastgelegd in de offerte.
Lezerskringonderzoek
Het onderzoek naar het aantal lezers van te onderzoeken media en 'eigenschappen'
van deze lezers. Onder eigenschappen te verstaan: persoonlijke eigenschappen
maar ook bezit van duurzame huishoudelijke apparaten e.a.
Licenties
Een derde het recht geven jouw produkt te produceren.
Lichte gebruikers
Gebruikers van een bepaald produkt of merk die een lager consumptieniveau
hebben dan gemiddelde gebruikers van dat produkt c.q. merk. Engelse term:
light users.
Life style
Life style is een modern segmentatiecriterium.
Light users
Gebruikers van een merk of produkt met gemiddeld een lager gebruik dan
het gemiddelde gebruik van alle gebruikers van dat merk of produkt. Zie:
lichte gebruikers.
Lijndiagram
Grafiek in de vorm van een lijn die de verschillende waarnemingen met
elkaar verbindt.
Lijnfunctie
Zie: Primaire functie.
Lijnorganisatie
Vorm van organisatie waarbij de onderneming is opgesplitst in operationele
eenheden die ieder onder het directe gezag van een chef staan. Het gevolg
is meerdere hiërarchieke niveaus, het grondpatroon waarop iedere organisatie
is gebouwd.
Likert schaal
Een methode om attitude-schalen te construeren, waarbij op basis van sommatie
van uitspraken die in elkaars verlengde liggen een nieuwe schaal wordt
geconstrueerd.
Lintbewinkeling
Keten van winkels langs de (oudere) aanvoerwegen naar de steden. Veelal
omgebouwde woonhuizen (zijn 'spontaan' en dus 'niet gepland' ontstaan).
Liquide middelen
Alle fondsen waarover men zonder restrictie kan beschikken. Hiertoe behoren
kasgelden en opvorderbare bank- en girosaldi.
Liquiditeit
Het vermogen van de onderneming om op korte termijn aan haar direct opeisbare
verplichtingen te kunnen voldoen.
Logistiek
De fysieke goederenstroom.
Logo
Zie: beeldmerk.
Longitudinaal onderzoek
Een onderzoek waarbij een vaste groep personen gedurende langere tijd
wordt gevolgd. Zie: panelonderzoek.
Loop
Een of meer vragen in een vragenlijst die een herhaling zijn van reeds
gestelde vragen. Hiermee kan de juistheid van beantwoording worden gecontroleerd.
Loopinstructie
Zie: Random walk methode.
Lorenz kromme
Curve die de inkomensconcentratieverdeling weergeeft. Uit deze curve valt
af te lezen welk deel van de bevolking welk deel van het nationaal inkomen
verdient.
Lossleader beleid
Beleid waarbij gewerkt wordt met zeer lage prijzen t.o.v. de rest van
het assortiment, om klanten te trekken. Zie: lossleader prijzen.
Lossleader pricing
Artikelgroepen in het assortiment op een zeer laag prijsniveau teneinde
klanten te trekken.
Lossleader prijzen
Lokprijzen, hierbij worden enkele artikelen tegen zeer lage prijzen (soms
beneden de kosten; loss leader) aangeboden om de klant de winkel in te
lokken (en hem daar (ook) duurdere artikelen te verkopen). Ook wel aangeduid
als leaderprijzen.
Low involvement theorie
Theorie over het aankoopgedrag van goederen waar de consument zich weinig
bij betrokken voelt. Bij gebrek aan een overwegingsproces vooraf (weinig
betrokkenheid!) kiest de consument op de plaats van aankoop en wel dat
merk dat hem enigszins vertrouwd (lees: bekend) voorkomt.
Low margin retailing
Een winkelformule met de volgende kenmerken: lage marge, hoge omzetsnelheden,
lage prijzen, weinig service, eenvoudige winkelinrichting, goedkope lokaties,
goedkoop personeel. Formule moet prijsgevoelig koperspubliek aanspreken.
Ook wel prijsdistributie genoemd.
Luistergewoonten
Een onderzoek naar het aantal luisteraars naar een programma en naar eigenschappen
van deze luisteraars. Zie: Kijk- en luisteronderzoek.
Luxe goederen
Goederen met een positieve prijselasticiteit van de vraag. Hiervan is
sprake bij bepaalde 'status'-produkten b.v. parfum. |