F.O.B. (free
on board)
Handelsbegrip. Alle kosten tot aan het punt van verlading, inbegrepen
uitvoerkosten zijn voor rekening van de verkoper.
Fabrieksmerk
Merk dat door de fabrikant aan een artikel is meegegeven.
Fabrikant
De onderneming die het eindprodukt maakt.
Fabrikantenmerk
Zie: Fabrieksmerk.
Face to face groep
Groep mensen waar men regelmatig mee in contact komt en waar men zelf
ook deel van uitmaakt. Deze groep fungeert als referentiegroep (imitatie
en acceptatie groep).
Facilitaire diensten
Het leveren van apparatuur en zonodig deskundig personeel ter ondersteuning
van de diensten.
Facilitators
Organisaties welke een dienstverlenende rol spelen ter ondersteuning van
de koop- en verkooptransacties. Voorbeelden: transportondernemingen, banken,
reclamebureaus etc.
Facings
Het aantal eenheden van een artikel dat naast elkaar gepresenteerd wordt.
Familiemerk
Het verschijnsel, dat een fabrikant meerdere artikelen onder dezelfde
merknaam op de markt brengt.
Family grouping
Meestal worden goederen in de winkel uitgestald op basis van produktie-,
consumptie- of afzetverwantschap. Alle koffie en thee bij elkaar, een
rek met zoutjes en andere hartige kost.
Family life cycle
Zie: Gezinslevenscyclus.
Fancy merk
Een huismerk, dat van een aparte naam wordt voorzien.
Fasen in reclame-onderzoek
Tot de fasen in het reclame-onderzoek behoren vooronderzoek, concepttesting
(reclame-concepttest), pretesting (reclame-pretest) en posttesting (reclame-posttest).
Fast moving consumergoods
Consumptiegoederen met een hoge omzetsnelheid.
Feed-back
Terugkoppeling, het effect beoordelen van bepaalde omstandigheden die
wijzigen. Reactie op communicatie.
Field research
Onderzoek, waarbij gegevens die nog niet eerder verzameld zijn, verzameld
moeten worden middels onderzoeksmethoden als observatie, registratie,
enquête en interview. Field research staat tegenover desk research. Zie:
veldonderzoek.
Finale afnemer
Staat tegenover industriële afnemer. Een finale afnemer neemt goederen
en diensten af ter bevrediging van eigen behoeften.
Finale consument
De term finaal duidt op het feit dat de consument de allerlaatste schakel
in de bedrijfskolom vormt; de uiteindelijke consument.
Finale vraag
Staat tegenover de afgeleide vraag. De finale vraag is de vraag van uiteindelijke
kopers.
Financial leasing
Vorm van leasing waarbij het contract voor onbepaalde tijd wordt aangegaan
en in principe niet opzegbaar is. Economisch eigendom en risico ligt bij
de gebruiker.
Flow chart
Zie: stroomdiagram.
Focus strategie
Concurrentiestrategie. Iemand die deze strategie hanteert richt zijn marketinginspanningen
op één bepaald segment. Zie: niche strategie.
Folder
Selectief en onafhankelijk medium. Selectief - men maakt zelf uit waar
wel en waar niet. Onafhankelijk - men bepaalt zelf de druktechniek enz.
Kan in een drukgang worden bedrukt. Door vouwwijze ontstaan pagina's.
Kenmerk: niet gebrocheerd.
Follow-up
Vervolgactiviteit.
Food index
Als Drug index van Nielsen. Hier wordt het onderzoek verricht bij levensmiddelenzaken.
Forecast
Zie: prognose.
Formele organisatie
Is de geplande ordening. Omvat de organieke structuur met de vaststelling
van de functies, taken en daaruit voortvloeiende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Fout van de eerste soort
Het ten onrechte verwerpen van een hypothese, die 'waar' is.
Fout van de tweede soort
Het ten onrechte accepteren van een hypothese die niet 'waar' is.
Foutenbronnen
Een aanwijsbare oorzaak van fouten in een onderzoek. Sommige fouten zijn
te vermijden, anderen kan men hoogstens onderkennen of veronderstellen.
Franchisee
Engels voor franchisenemer.
Franchisegever
Degene die aan de franchisenemer het recht geeft een bepaald gespecialiseerd
produktie-, verkoop- of dienstverleningssysteem ten eigen bate toe te
passen in ruil voor een aandeel in de omzet of winst.
Franchiseketen
Een aantal bedrijven die op franchise-basis samenwerken onder een gezamenlijke
'vlag' b.v. Hubo, McDonalds etc.
Franchisenemer
Iemand die middels een contract het recht heeft gekregen een gespecialiseerd
verkoop- of dienstverleningssysteem toe te passen ten eigen bate.
Franchising
Een systeem waarbij een franchisegever aan een franchisenemer het recht
geeft een bepaald produktie-, verkoop- of dienstverleningssysteem ten
eigen bate toe te passen in ruil voor een aandeel in de omzet/winst. Voorbeeld:
McDonalds.
Franchisor
Engels voor franchisegever.
Franco
Handelsbegrip. De vrachtprijs wordt betaald door de verkoper.
Free publicity
Redactionele aandacht waarvoor niet wordt betaald. Door onafhankelijke
instanties wordt melding gemaakt van feiten met zekere nieuwswaarde zoals
een nieuw produkt, een nieuw gebouw van een onderneming. Deze komt daardoor
meestal positief in het nieuws.
Free-continuous premium
Waardebon of puntensysteem waarbij de consument een cadeau ontvangt in
ruil voor meerdere in het produkt verpakte waardebonnen of coupons.
Free-in-pack premium
Een promotie waarbij de consument een cadeau ontvangt op het moment van
en bij aankoop; cadeau zit in de verpakking.
Free-mail-in-non-continuous premium
Een promotie waarbij de consument een extra (object, geld, waardebon)
ontvangt door een of meer 'aankoopbewijzen' in te sturen.
Free-on-pack premium
Een promotie waarbij de consument een cadeau ontvangt op het moment van
en bij aankoop; cadeau zit vast aan de verpakking.
Free-with-pack premium
Een promotie waarbij de consument een cadeau ontvangt op het moment van
en bij aankoop; cadeau zit niet aan of in het produkt.
Freight equalization
Handelsbegrip. De koper betaalt de kosten die hij zou moeten betalen voor
het vervoer van de dichtstbijzijnde verkoper (concurrent) naar zijn bedrijf.
Frequentie
Het aantal malen dat een reclameboodschap in een gegeven periode wordt
verspreid.
Frequentietabel
Een in tabelvorm weergegeven frequentieverdeling. Meestal twee variabelen
in een matrix.
Frequentieverdeling
Het aantal waarneming dat in een bepaalde categorie valt. Zie: Absolute
frequentieverdeling, relatieve frequentieverdeling en cumulatieve frequentieverdeling.
Freud
Psycholoog die stelt dat veel menselijk handelen (dus ook consumeren)
voortvloeit uit onderbewuste motieven. Dit leidt in de marketing o.a.
tot het benadrukken van de symbolische waarde en tot het gebruik maken
van rationalisatie van emotionele koopmotieven.
Front-office
Personeel dat direct in contact staat met de afnemer.
Full line pricing
Systeem van prijsstelling, waarbij een hoofdartikel tegen een relatief
lage prijs wordt aangeboden en de noodzakelijke bij-artikelen tegen relatief
hoge prijzen.
Full service agency
Een marketingbureau of een reclamebureau dat alle vormen van dienstverlening
kan verrichten incl. marktonderzoek. Full service bureaus beschikken vaak
over een eigen veldwerkteam.
Full service reclamebureau
Reclamebureau dat zich naast het maken en plaatsen van advertenties ook
bezig houdt met o.a. marktonderzoek, marketingadviezen, sales promotion
en/of merchandising.
Fulltimer
Werknemer met een volledige dienstbetrekking.
Functie
Een min of meer homogene groep activiteiten die binnen een organisatie
wordt uitgeoefend. Een groep activiteiten die eenzelfde doel dient.
Functiegerichte organisatiestructuur
Organisatiestructuur waarin de afdelingen gestructureerd zijn op basis
van de verschillende functies in de onderneming b.v. inkoop, produktie
en verkoop.
Functioneel rabat
Korting die gegeven wordt op grond van de functionele plaats in de bedrijfskolom.
In de praktijk: de korting aan grossier of detaillist. Zie: handelsmarge.
Functionele afstand
Staat tegenover fysieke afstand. Het begrip functionele afstand duidt
op het aantal handelsschakels tussen de fabrikant en zijn uiteindelijke
afnemers; als er sprake is van veel schakels, dan noemt men dat een grote
functionele afstand.
Functionele korting
Korting bedoeld als vergoeding voor de werkzaamheden die worden verricht
(de functie die wordt vervuld). B.v. de fabrikant geeft de grossier een
korting omdat deze voor hem de detaillist bewerkt.
Functionele organisatie
Een vorm van lijnorganisatie waarbinnen een differentiatie naar functionele
gebieden is toegepast.
Fundamenteel onderzoek
Zie: Basic research.
Furthering
Ondernemingsactiviteiten die erop gericht zijn niet alleen met afzetmarkten
maar ook met alle andere relevante publieksgroepen (kapitaalverschaffers,
leveranciers, lokale bevolking, de pers, de overheid e.d.) tot een bevredigende
ruilrelatie te komen.
Fusie
Ineensmelting, in elkaar op doen laten gaan. Twee bedrijven kunnen fuseren
tot een bedrijf.
Fysiek produkt
Tastbare materie, fysieke eigenschappen van een produkt. Zoals: samenstelling,
merknaam, verpakking, design, stijl, etc. (Engels: physical product).
Fysieke distributie
De planning, coördinatie en uitvoering van alle handelingen en verplaatsingen
van goederen van producent naar de plaats van consumptie.
Fysiologische behoeften
Betreft de behoeften die niet zijn aangeleerd doch zijn aangeboren en
te maken hebben met ons lichaam: honger, dorst, sex e.d. Zie: Primaire
behoeften |