N
Statistisch symbool voor de omvang van populatie of steekproef.
N.D.P.
Afkorting van Nederlandse Dagbladpers. De NDP behartigt de sociale en
economische belangen van haar leden (uitgevers van dagbladen). Partner
in de Regelen voor het Advertentiewezen.
N.I.P.O.
Voluit: Nederlands Instituut voor Publieke Opinie. Bekend marktonderzoekbureau.
N.N.P.
Afkorting voor Nederlandse Nieuwsbladpers. Adviserende functie voor leden,
vestigen van aandacht op de Nieuwsbladpers en het verschaffen van perscopij
aan nieuwsbladuitgevers.
N.O.T.U.
Nederlandse Organisatie van Tijdschrift Uitgevers, gevestigd te 's-Graveland.
N.S.S.
Nederlandse Stichting voor Statistiek. Bekend marktonderzoekbureau. Gespecialiseerd
in kwantitatief onderzoek.
N.V.v.M.
Nederlandse Vereniging van Marktonderzoekers. Beroepsvereniging met ca.
600 leden.
Naamreclame
Reclame die primair tot doel heeft de naam van het produkt, dienst of
het bedrijf bekend te maken.
Naamvariabele
Nominale variabele.
Nationale introductie
Het introduceren van een nieuw produkt op landelijk niveau.
Nauwkeurigheid
Precisie. De mate waarin berekeningen of schattingen nabij de exacte of
werkelijke waarden liggen.
Needs
Zie: Behoeften.
Neergangsfase
Zie: Afstervingsfase.
Netto Werkkapitaal
Liquiditeitsmaatstaf. Geeft aan het beschikbare kapitaal op korte termijn.
De omvang van het (netto) werkkapitaal wordt berekend door de vlottende
activa te verminderen met de vlottende passiva.
Netto bereik
Het bruto bereik van twee of meer media minus de overlapping die er tussen
die media bestaan.
Netto-contante waarde methode
Methode waarmee wordt berekend wat de vermoedelijke totale opbrengst zal
zijn van een project waarin thans geïnvesteerd kan worden.
Nettowinst
Winst na aftrek van belastingen.
Netwerkplanning
Planningsmethodiek vooral gebruikt bij activiteiten- en tijdsplanning
van complexe projecten zoals bijvoorbeeld produktontwikkeling, reclamecampagne,
etc. Zie: PERT netwerkplanning.
Nevenmerk
Fabrikantenmerk, dat door minder reclamekosten en lagere kwaliteitseisen
lager geprijsd kan zijn dan het hoofdmerk. Wordt gebruikt om het hoofdmerk
buiten de concurrentiestrijd te houden.
New task buying
Aankoop van een industriële onderneming die voor het eerst binnen een
bepaalde produktcategorie een aanschaf doet.
New-product-department
Vaste afdeling die tot taak heeft nieuwe produkten te ontwikkelen.
Niche strategie
Zie: Focus strategie.
Nielsen
Bekend onderzoekbureau dat onder meer gespecialiseerd is in panelonderzoek
bij de detailhandel. Zie: Nielsen onderzoek, retail store audit of store
audit.
Nielsen onderzoek
Een continu marktonderzoek waarbij men het gedrag van consumenten meet
door periodiek de verkochte hoeveelheden (merken, verpakkingsvorm, etc.)
bij een detaillistenpanel vast te stellen. Zie: Nielsen, retail store
audit en store audit
Niet duurzame consumptiegoederen
Ook wel verbruiksgoederen: goederen die tijdens de consumptie onmiddellijk
te niet gaan, d.w.z. zij worden verbruikt. Denk aan schoensmeer, koffie
en melk.
Nieuw produkt
Men onderscheidt de volgende graden van nieuwheid: 1. produktinnovatie
2. nieuw merk 3. varianten van bestaande produkten 4. produktmodificaties.
Nieuwe eerste aankoop
New task buy. Aankoop van een industriële onderneming die voor het eerst
binnen een bepaalde produktcategorie een aanschaf doet. Alle stadia van
het koopproces worden doorlopen. Informatiebehoefte is groot.
Nominaal meetniveau
Laagste meetniveau. De getalstoekenning geschiedt alleen maar om een categorie
aan te duiden. Het feitelijke toegekende getal is door een willekeurig
ander aantal te vervangen.
Nominale schaal
Zie: Nominaal meetniveau.
Nominale variabele
Variabele waarvan de waarden niet te rangschikken zijn o.a. woonplaatsen,
merken, modellen, geslacht.
Nominale waarde van aandelen
Bedrag waarvoor een aandeel deel uitmaakt van het totale aandelenkapitaal.
Het bedrag dat op een aandeelbewijs gedrukt staat.
Nomogram
Grafische voorstelling van de betrouwbaarheidsmarge. Met behulp hiervan
kan men snel de nauwkeurigheid van de steekproef vaststellen.
Non distributive trade
Verkoop van produkten buiten de gebruikelijke distributiekanalen om. De
producent levert rechtstreeks aan horeca, hotels en andere grootverbruikers.
Non price competition
Vorm van onderlinge concurrentie die niet met het instrument prijs wordt
gevoerd, doch juist met de niet-prijs instrumenten van de marketingmix:
produkt, promotie en distributie.
Non response
Percentage weigeringen bij gevraagde medewerking aan een enquête.
Non verbale communicatie
Communicatie zonder woorden of taalgebruik. Het kunnen gebaren of algeheel
gedrag zijn die voldoende zeggen.
Non verbale schaal
Schaal waarbij men de intensiteit van de antwoorden aangeeft door middel
van cijfers of posities zoals de nominale, ordinale, interval en ratioschaal.
Zie: Schaal.
Non-metrische variabelen
Kwalitatieve variabelen.
Non-profit organisatie
Organisatie die niet gericht is op het maken van winst.
Noodzakelijke goederen
Goederen die men nodig heeft om in de eerste levensbehoeften te voorzien.
Goederen waarvan de inkomenselasticiteit ligt tussen 0 en 1.
Norm
Een geschreven of ongeschreven gedragsregel.
Normale produktie
Berekeningsgrondslag voor berekening van de vaste kosten per eenheid produkt.
De normale produktie is de gemiddeld verwachte produktie over een reeks
van jaren.
Normale verdeling
Een verdeling waarbij aan beide kanten van het gemiddelde evenveel waarnemingen
voorkomen. Rekenkundig gemiddelde, modus en mediaan vallen samen. Zie:
curve van Gauss.
Normatieve kosten
mogen worden.
Notatiefout
In een onderzoek kunnen vele fouten worden gemaakt. Een ervan is de notatiefout.
De onderzoeker streept per ongeluk een verkeerd antwoord aan.
Nulhypothese
Een nulhypothese is een stelling dat er geen verband is tussen twee verschijnselen.
De bedoeling van het onderzoek is bewijzen te vinden dat de nulhypothese
verworpen moet worden.
Nulnummer
Een proefnummer van een nieuw tijdschrift. In tegenstelling tot een dummy
is het exemplaar geheel gedrukt zodat potentiële kopers/lezers het blad
kunnen beoordelen. Bij de komende werkelijke uitgave kan met opmerkingen
dan nog rekening worden gehouden.
Numerieke distributie
Het % van alle potentiële outlets dat produkt/merk voert. Kan maximaal
100% zijn. Als per verzorgingsgebied meer winkels/outlets worden ingeschakeld
stijgt de numerieke distributie. Zie: distributie-intensiteit, distributiespreiding
en ongewogen distributie.
Nut
Het vermogen van een goed of dienst om menselijke behoeften te bevredigen.
|