E.G.G.
Afkorting van Economische Geografische Gemeenschap. Een door het CBS gehanteerde
indeling van Nederland in 129 gebieden. Indelingscriteria zijn: het aantal
bedrijven en de klassen werkzame personen. Wordt gebruikt voor segmentering
bij industriële marketing.
E.I.M.
Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, een overheidsinstelling
die zich bezig houdt met bedrijfseconomisch onderzoek in het midden- en
kleinbedrijf en het verzorgen van bedrijfsstatistieken.
Early Cash Recovery
Prijs wordt zodanig gesteld dat geïnvesteerde vermogen zo snel mogelijk
wordt terugverdiend.
Early adopters
Zie: Adoptiecategorieën.
Early majority
Een van de adoptiecategorieën van Rogers. Groep consumenten die zich laat
beïnvloeden door opinieleiders, nemen eerder dan gemiddeld het produkt
op. Vormen ± 34% van de populatie. Zie: Adoptiecategorieën.
Ecologie
Het onderdeel van de biologie dat zich bezig houdt met de bestudering
van de betrekkingen tussen dieren of planten en de omgeving waarin ze
leven.
Econometrie
Wiskundige en statistische economie waarbij met behulp van modellen economische
verschijnselen worden verklaard.
Economie
De wetenschap die het menselijk handelen bestudeert voorzover dit handelen
bepaald wordt door de schaarste aan goederen.
Economies of scale
Voordelen betrekking hebbende op schaalvergroting (lagere kosten in de
produktie, grotere efficiency etc.).
Economische vervanging
Vroegtijdige vervanging door nieuwe apparatuur omdat deze efficiënter
of effectiever is.
Eenheidsprijzen
Prijsstelling van (een deel van) het assortiment waarbij alle produkten
evenveel kosten. Motief: besluitvorming bij afnemer vereenvoudigen.
Eentoppige verdeling
Een verdeling, hetzij symmetrisch, hetzij a-symmetrisch met een top.
Eerste aankoop
Ook wel trial of probeeraankoop (bij niet-duurzame consumptiegoederen)
en initiële aankoop (bij duurzame consumptiegoederen); de eerste aankoop
door een consument van een produkt; staat tegenover repeatbuy, herhalingsaankoop
en vervangingsaankoop.
Effect-hiërarchie
Een opeenvolging van effecten. Geeft volgtijdelijkheid aan.
Effectieve markt
Het werkelijk verkochte aantal eenheden. Zie: Actuele markt.
Effectiviteit
Doelgerichtheid. Het behalen van een zo groot mogelijk resultaat met de
beschikbare middelen.
Effectmeting
Uitgaande van een gegeven uitgangsniveau wordt in dezelfde populatie na
verloop van tijd een nieuw onderzoek gehouden. Doel van dit tweede onderzoek
is veranderingen te meten.
Efficiency
Doelmatigheid. Het met zo min mogelijk hulpmiddelen een bepaald resultaat
behalen.
Efficiencyverschil
Geeft aan of conform de norm is gewerkt. Formule: (werkelijke hoeveelheid
- standaard hoeveelheid) x standaard tarief.
Eigen vermogen
Totale bedrag waarvoor de aandeelhouders deelnemen in de onderneming m.a.w.
de nettowaarde van de onderneming na aftrek van alle schulden. Tot het
Eigen Vermogen behoren: 1) aandelenkapitaal, 2) allerlei soorten reserves.
Einde jaar bonus
Een handelskorting die afhangt van de cumulatieve afname over een jaar.
Eindprijs-min methode
De verkoopprijs van de fabrikant van verbruiksartikelen wordt afgeleid
uit de marktprijs of eindprijs en komt dus tot stand door van de consumentenprijs
de relevante handelsmarges af te trekken. Zie: backward pricing en inverse
prijsstelling.
Eindprodukt
Produkt dat na een aantal bewerkingen verkregen wordt.
Eisen aan doelstellingen
Doelstellingen dienen in het algemeen te voldoen aan de volgende
eisen: a) onderling consistent, b) in een onderlinge hiërarchie, c) realiseerbaar,
d) meetbaar, e) met een tijdsdimensie (wanneer gerealiseerd?) en f) specifiek
(t.a.v. object/aspect).
Eisen aan segmentatiecriteria
Segmentatiecriteria moeten meetbaar zijn, het segment moet zowel communicatief
als distributietechnisch bereikbaar zijn en van een zodanig substantiële
omvang dat een aparte marketinginspanning gerechtvaardigd is.
Elasticiteit
Reactiemaatstaf die aangeeft in welke mate een afhankelijke variabele
reageert op veranderingen in een onafhankelijke variabele. Bekende elasticiteiten
zijn de prijselasticiteit van de vraag en het
anbod, de inkomenselasticiteit van de uitgaven en de kruislingse elasticiteit.
Elasticiteit van de vraag
Bedoeld wordt meestal de prijselasticiteit van de vraag (= gevraagde hoeveelheid);
de % verandering in de gevraagde hoeveelheid gedeeld door de % verandering
in de prijs; meestal een negatief verband.
Elasticiteitscoëfficiënt
Elasticiteiten zijn altijd coëfficiënten/verhoudingsgetallen: nl. tussen
de % verandering in een afhankelijke variabele (b.v. gevraagde hoeveelheid)
en die van een onafhankelijke variabele (b.v. prijs).
Elastische vraag
Staat tegenover inelastische vraag. Van een elastische vraag is sprake
als de prijselasticiteit van de vraag kleiner is dan -1; dan leidt een
prijsdaling tot een omzetstijging.
Emotionele koopmotieven
Motieven als 'wat anderen ervan zullen vinden'.
Empirisch model
Model om door middel van onderzoek (verzamelen van ervaringsgegevens)
bepaalde verschijnselen te verklaren.
Empirisch onderzoek
Onderzoek dat tot doel heeft theorieën en hypotheses te toetsen aan de
werkelijkheid.
End use marketing
Als een fabrikant die zich richt op de industriële markt, en dus te maken
heeft met een afgeleide vraag, probeert de finale consument te beïnvloeden,
doet hij aan end use marketing.
End-users
Industrieel bedrijf dat produkten inkoopt voor eigen gebruik.
Endogene variabelen
Variabelen die invloed hebben op de onderzoekresultaten en die gelegen
zijn binnen het onderzoek. De oorzaak komt van binnen uit. Vaak foute
vraagstelling. Staat tegenover exogene factoren.
Engelkromme
Curve die het verband weergeeft tussen de uitgaven voor een bepaald goed
en de hoogte van het inkomen.
Enkelvoudig indexcijfer
Een indexcijfer dat betrekking heeft op één produkt. Staat tegenover samengesteld
indexcijfer.
Enkelvoudig lijndiagram
Grafiek in de vorm van een lijn die de verschillende waarnemingen rondom
1 variabele met elkaar verbindt.
Enquête
Het ondervragen van personen teneinde hun oordeel of hun gedrag ten aanzien
van bepaalde aspecten te weten te komen. Naast observatie en experiment
een methode waarop primaire gegevens verzameld kunnen worden.
Enquêteur
De persoon die een respondent ondervraagt meestal met eenvoudige vragen.
Zijn de vragen ingewikkelder (open interview) dan spreken we meestal van
interviewer.
Environmental Scanning
Het op een modelmatige manier in kaart brengen van de omgeving.
Equilibriumpositie
De markt stabiliseert zich na een aantal perioden als de marktaandeelontwikkeling
wordt berekend.
Equivalentiecijfermethode
Methode van verbijzondering van de indirecte kosten, waarbij het ene produkt
wordt uitgedrukt in equivalenten van een ander produkt.
Esomar
Afkorting van European Society for Opinion and Marketing Research, organiseert
jaarlijks een congres met het doel kennisoverdracht resp. kennisuitwisseling
en het leggen van internationale contacten voor de leden.
Etherreclame
Reclame via een medium, waarvan het beeld en/of geluid door een zender
wordt overgebracht, zoals radio en televisie.
Evaluatie van onderzoek
De bepaling van de waarde van een onderzoek.
Evoked set
Keuze set, groep van door de consument opgemerkte produkten (meestal een
aantal verschillende merken) die hij gaat beoordelen om zijn uiteindelijke
keuze uit te maken.
Ex ante onderzoek
Marktonderzoek ter voorbereiding van bepaalde beslissingen (dus voor de
beslissing genomen wordt).
Ex post onderzoek
Een onderzoek met als doel de resultaten van bepaalde beslissingen achteraf
te meten.
Exclusief verkoopargument
Een produkt-plus waardoor een artikel zich van andere onderscheidt. Zie:
unique selling proposition (U.S.P.).
Exclusief verkoopprecht
Hiervan is sprake als het recht tot verkoop van een produkt in een bepaald
gebied tot 1 persoon is beperkt. Zie: exclusieve distributie.
Exclusieve distributie
Distributie-strategie waarbij aanbieder zijn produkt(en) per verzorgingsgebied
via slechts een of enkele detaillisten verkoopt. Dit leidt tot een lage
numerieke distributie. Komt veelal voor bij specialty-goods en shopping
goods. Zie: exclusief verkooprecht.
Exclusieve verkoop
Zie: Exclusieve distributie.
Exogene variabele
Variabele van buitenaf die invloed heeft op het onderzoekresultaat, meestal
storende invloed. Staat tegenover endogene variabelen.
Experiment
Proef waarbij de onderzoeker de invloed van een verandering in een instrument
tracht vast te stellen. De overige instrumenten worden constant gehouden.
We kennen laboratoriumexperiment (smaak- en geurtesten) en veldexperiment
(winkeltest of testmarkt).
Experimentele fout
Een altijd waarschijnlijke variatie die bij herhaling van een experiment
verwacht mag worden.
Expert-interview
Zie: autoriteitenonderzoek.
Exploitatiekosten
'Verkennend onderzoek'. In dit onderzoek worden over alle waargenomen
verschijnselen direct hypothesen opgesteld die in een ander soort onderzoek
pas worden getoetst. Zie: autoriteitenonderzoek.
Exporteur
Ondernemer die goederen naar het buitenland uitvoert.
Exposure
1. Bereik van een medium. 2. Totaal aantal keren dat een consument geconfronteerd
is met een boodschap. Zie: confrontatie.Expressieve waarde van een
produkt
De waarde die een oplossing biedt in de expressieve behoeften van de consument
d.w.z. de behoefte aan de uitdrukking van de eigen persoonlijkheid van
de gebruiker.
Extended interview
Zie: diepte interview
Extended product
De directe eigenschappen van het produkt en de toegevoegde eigenschappen
in het produkt (attributen). Zie: augmented product en uitgebreid produkt.
Extensieve marktbewerking
Marktbewerking gericht op de gehele markt.Externe analyse
Het inventariseren en bestuderen van alle relevante trends, feiten en
ontwikkelingen in de externe omgeving; e.e.a. ten behoeve van beleid;
onderscheid tussen macro-omgeving (niet beheersbaar en niet beïnvloedbaar
en meso-omgeving (niet beheersbaar, wel beïnvloedbaar).
Externe informatiebronnen
Externe bronnen zijn ondermeer instanties die al informatie voorhanden
hebben (zoals het CBS en de KvK) en informatie die (middels interviews,
enquêtes en observatie) ter beschikking staat.
Externe marketing omgeving
Externe niet beheersbare factoren waarmee de marketeer bij de formulering
van zijn beleid rekening dient te houden. Onderscheid macro- en mesofactoren.
Externe omgevingsfactoren
Voorbeelden: afnemers, concurrentie, distributie (meso) en economisch,
juridisch, ecologisch, demografisch en cultureel klimaat (macro).
Extractieve bedrijven
Bedrijven die door de natuur geproduceerde goederen winnen zoals steenkool,
olie, gas etc.
Extractieve goederen
Door de natuur geproduceerde goederen, zoals steenkool, olie, gas etc.
Extrapoleren
Afleiden van een waarde uit een grafiek buiten het waarnemingsgebied door
de grafiek door te trekken.
Eye camera test
Een vorm van onderzoek waarbij via een camera de oogbewegingen van de
proefpersoon worden nagegaan. Ook wordt de kijktijd vastgesteld. Van belang
bij advertenties en verpakkingen. |