Marketingwoordenboek

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3

 

Stelling-grossier
Zie: rack jobbing.

Stereotype
Een niet op eigen ervaring berustende, binnen een sociale groepering algemeen voorkomende, opvatting over een categorie personen (of zaken). B.v. Twentenaren zijn stug.

Sterke merken
Merken met van de zijde van de afnemers een duidelijke voorkeur. Men neemt geen genoegen met alternatieven.

Stimulus
Prikkel, een factor in de omgeving van de mens die een proces op gang kan brengen.

Stimulus Organisme Respons model
Een model dat het gedrag (respons) van de consument poogt te verklaren vanuit enerzijds beïnvloedende stimuli en anderzijds vanuit tussenliggende processen binnen de consument (organisme) zoals motivatie en cognities.

Stimulus Respons model
Model dat het gedrag (respons) van de consument poogt te verklaren vanuit beïnvloeden de stimuli zonder dat expliciet wordt gemaakt wat zich in de geest van de consument afspeelt. Staat tegenover het S-O-R-model. Zie: black-box-model.

Stimulus generalisatie
Een begrip uit de leerpsychologie. Het wordt gebruikt bij produkten die samen een range vormen, waarbij kennis van en het geleerde over al bestaande produkten wordt overgebracht op het nieuwe produkt, dat om een of andere reden al op het bestaande lijkt.

Stimulus specialisatie
Een begrip uit de leerpsychologie. Het betreft de positionering van een bedrijf.

Stochastisch
De aanwezigheid van een toevalsvariabele. Een stochastisch proces houdt in dat het systeem een element van toeval kent (bijvoorbeeld merkenwissel wordt vaak als een stochastisch proces gezien).

Store audit
Onderzoek bij de detailhandel teneinde periodiek consumentenaankopen vast te stellen. Procedure: verkopen = inkoop - eindvoorraad + beginvoorraad; levert informatie over omzet, afzet, marktaandeel, out-of-stock, gemiddeld betaalde prijs, distributie, etc.

Straathandel
Verkoopvorm waarbij de verkoop bij de consument voor of aan de deur plaatsvindt. B.v. de SRV-man. Zie: ambulante handel, reizende handel en colporteurs.

Straight rebuy
Ongewijzigde herhalingsaankoop. Aankoop van een industriële onderneming die voor de tweede of volgende keer een identiek produkt koopt.

Strategic Business Unit
Zie: SBU.

Stroomdiagram
Een schets, die de voortgang van een proces toont. In een grafiek zien we d.m.v. produktiestromen waar de produkten vandaan komen (de breedte van de diverse stromen komt met hun belangrijkheid overeen). Engelse term: flow chart.

Structureel marktonderzoek
Onderzoek naar de aard, omvang en samenstelling van een markt, naar het marktgedrag van de marktparticipanten en naar de marktontwikkelingen. Onderzoek naar gebruiks- en koopgewoonten. Zie: marktstructuuronderzoek.

Structuuronderzoek
Het in kaart brengen van een markt aan de hand van algemeen gehanteerde, veelal openbare kenmerken en gegevens dan wel het doen van onderzoek naar eenvoudige en objectieve marktparameters. Onderwerpen zijn marktomvang, marktsegmenten, aanbieders en de belangrijkste koop- en gebruiksgewoonten.

Stukskosten
Kosten van een eenheid.

Stuksproduktie
Goederen worden gemaakt volgens individuele specificaties. De totale serie beperkt of bestaat soms slechts uit een enkel stuk.

Sub-urbanisatie
De vlucht uit de binnenstad naar de buitenwijken en stedelijke randgebieden.

Subcultuur
Een onderdeel van de grote cultuur, een groep met een aantal eigen opvattingen, normen en waarden die soms niet in de overkoepelende cultuur past heeft zij wel. De jeugd is b.v. een subcultuur.

Subgroep
Een deelgroep die bepaalde eigen kenmerken heeft.

Subjectiviteit
Persoonlijke invloeden die de objectiviteit van een onderzoek bedreigen. Kunnen bij de ondervraagde maar ook bij de ondervrager liggen.

Substitutiegoederen
Goederen die elkaar kunnen vervangen. zoals margarine en roomboter. Een grote mate van substitueerbaarheid brengt een hoge prijselasticiteit met zich mee. De kruislingse elasticiteit is positief. Zie: concurrerende goederen.

Suggestieve vragen
Vragen die de ondervraagde niet vrij laten in zijn antwoord. De vraag suggereert eigenlijk het antwoord al.

Supermarkt
Een vorm van kleinhandel met een verkoopoppervlak van tenminste 400 m² waar hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht terwijl het assortiment in de non food sector maximaal 30% van de totale omzet mag uitmaken.

Superstore
Zie: zelfbedieningswarenhuis of hypermarkt.

Supporter
Vertegenwoordiger die niet in de eerste plaats belast is met verkoop maar een ondersteunende taak heeft b.v. merchandiser missionary salesman.

Supportfunctie
Zie: secundaire functie.

Supra-nationale reclame
Reclame die voor verschillende landen geheel uniform is en die meestal in de supra-nationale media (b.v. Time, Readers' Digest) worden geplaatst.

Symbool
Beeldmerk van een artikel of merk.

Symboolwaarde van een artikel
De mate waarin het ene artikel voorziet in de immateriële behoeften van de consument.

Synergetisch effect
Extra opbrengst die wordt verkregen doordat bij samenvoeging van activiteiten de opbrengst groter is dan de som van elk der afzonderlijke activiteiten (1+1=3).

Systematische fouten
Er is sprake van een systematische fout als de waarnemingsuitkomsten de neiging hebben alle in een bepaalde richting af te wijken. Voorbeeld: het werken met een onjuist geijkte meetlat.

Systematische steekproef
Steekproef waarbij na een a-selecte start uit een bestand telkens het xe element wordt gekozen.