Marketingwoordenboek

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3

 

Merkleider
Zie: brand leader.

Merkloze artikelen
Artikelen zonder merk. Zie ook: witte merken, generics.

Merknaam
De (meestal) gedeponeerde naam van een merk of produkt.

Merkuitbreidingsstrategie
Het introduceren van additionele produkten of produktmodificaties onder de merknaam van een succesvol bestaand produkt. Zie: brand-extension-strategie

Meso-omgeving
De aan de bedrijfstak en bedrijfskolom gebonden omgeving waarmee een marketeer bij het formuleren van zijn beleid rekening moet houden: afnemers, leveranciers, concurrenten en de handel.

Methode-van-het-taakstellend budget
Bugdetteringsmethodiek waarbij men het communicatiebudget vaststelt aan de hand van van tevoren geformuleerde doelstellingen.

Metrische variabelen
Kwantitatieve variabelen.

Micro economie
Deel van de economie dat het economisch handelen van individuen en individuele (bedrijfs) huishoudingen bestudeert.

Micro-omgeving
De bedrijfsinterne omgeving waarmee een marketeer rekening dient te houden bij het formuleren van zijn beleid. Hij kan deze niet beheersen, doch wel beïnvloeden. Denk aan produktiecapaciteit, kwaliteit personeel, financiële ruimte en inkoopmacht.

Middellange termijn planning
Planning voor een periode van 3-5 jaar.

Middelste observatie
Zie: mediaan.

Midden- en kleinbedrijf
(Voorlopige EIM-definitie:) alle ondernemingen met minder dan 100 werkzame personen en behorend tot de volgende bedrijfstakken en -klassen: industrie, bouwnijverheid, bouwinstallatiebedrijven, groot- en detailhandel.

Middengroep (bovenlaag)
De B1-klasse uit de welstandsklassen-indeling. Directeuren middelgrote ondernemingen, ambtenaren en kantoorpersoneel in semi-hoge positie. Spiegelen zich in gedrag aan Welgestelden. Vormen de ruggegraat van onze industriële samenleving.

Middengroep (onderlaag)
De B2-klasse uit de welstandsklassen-indeling. Directeur kleine ondernemingen, ambtenaren en kantoorpersoneel in de middenpositie. Conservatieve groep, woont in wat betere woonwijken, volgen in kleding en woninginrichting de meerderheid.

Middenwaarde
Zie: mediaan.

Minder welgestelden
De C-klasse uit de welstandklassen-indeling. Middenstand, lagere ambtenaren, lager technisch en kantoorpersoneel en geschoolde arbeiders. Zogeheten modale landgenoten, op vandaag gerichte levensstijl, caravan en video erg in. Conservatief in consumptie.

Mini census
Een volkstelling op kleine schaal. Kan ter voorbereiding van de volkstelling zelf, maar marktonderzoekbureaus kunnen dit ook doen om hun panels te corrigeren.

Minimale ordergrootte
Aantal produkten dat men minimaal per keer dient te bestellen.

Minimale voorraad
Voorraad die een bedrijf minstens nodig heeft om vooruit te kunnen, mede gelet op minimale ordergrootte, aflevertermijn, etc.

Minimumvoorraad
De veiligheidsvoorraad om nee-verkopen zoveel mogelijk te voorkomen.

Minor durables
Gebruiksgoederen met een geringe waarde of een korte levensduur en betaald uit het lopend budget.

Minst welgestelden (60
De D-klasse in de welstandsklassen-indeling. De echte minima. Mensen die van een AOW, een uitkering of een gering inkomen (ongeschoolde arbeid) moeten rondkomen. Eenvoudig taalgebruik, weinig boeken, kansarm milieu.

Misleidende reclame
Reclame die in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid, b.v. oneerlijke informatie over prijs, herkomst of kwaliteit. Per wet geregeld: Wet Misleidende Reclame.

Missionary salesman
Vertegenwoordiger die klanten adviseert, die controleert of er geen 'gaten' in de distributie aanwezig zijn e.d. maar die geen verkopende taak heeft. Vaak introduceert hij nieuwe produkten, verklaart hun werking en achtergrond, bereidt de verkoop van de vertegenwoordiger voor.

Modale klasse
De klasse uit een frequentietabel met de hoogste frequentie. Komt het meest voor.

Model
Een weergave in wiskundige symbolen.

Modified rebuy
Aankoop van een industriële onderneming die, bij iets gewijzigde specificaties of bij een wijziging in het aanbod, opnieuw binnen een bepaalde produktgroep een aanschaf doet. Zie: gewijzigde herhalingsaankoop.

Modische vervanging
Vroegtijdige vervanging omdat oude apparatuur uit de mode is geraakt.

Modulair
(in standaardmaat). Maateenheid waarvan alle maten in een produktie veelvouden moeten zijn.

Modus
Ook genoemd: modale klasse. De waarde, die in een cijferreeks het meeste voorkomt. De klasse uit een frequentietabel met de hoogte frequentie.

Monadische test
Test waarin slechts één produkt (of merk) ter beoordeling wordt voorgelegd.

Monadische testopzet
Het produkt wordt op zich getest.

Mond tot mond communicatie
Spontane (soms echter ook enigszins opgewekte) gesprekken tussen consumenten die niet in dienst van de producent zijn. Men spreekt met vrienden of kennissen over de eigenschappen van een produkt.

Mond-tot-mond reclame
Reclame die ontstaat doordat consumenten hun tevredenheid over een bepaald produkt/dienst aan elkaar meedelen.

Mondeling half gestructureerd interview
De ondervraagde wordt in geen enkel opzicht gedwongen een bepaalde weg te bewandelen in zijn antwoord. De vragen zijn wel van te voren vastgesteld, de volgorde niet. Zie: semi gestructureerd interview.

Mondelinge enquête
Vraagstelling door middel van een gesprek waarbij vrager en ondervraagde aanwezig zijn.

Monetair
In geld uitgedrukt.

Money-off offers
Een onmiddellijke korting op een produkt of een multi-pack.

Money-off vouchers
Een waardepapier in te wisselen in de winkels bij aankoop van produkten.

Monitoren
Het permanent volgen.

Monopolie
Marktsituatie met slechts een aanbieder.

Monopolistische concurrentie
Ook wel heterogeen polypolie genoemd. Marktvorm met veel aanbieders die onderling verschillende produkten aanbieden; elke aanbieder voelt zich als ware monopolist bij die afnemer die voorkeur voor zijn produkten hebben.

Monopsonie
Een marktsituatie met slechts één vrager.

Monster
Proefexemplaar.

Monsterverspreiding
Zie: Sampling.

Motief
Reden om een bepaalde actie te ondernemen, een koopmotief is dus de reden om een bepaald produkt te kopen. Zie: drijfveer.

Motieven-onderzoek
Onderzoek naar beweegredenen van de consument om bepaalde artikelen te kopen.

Motivatie
Een innerlijke drang die mensen aanzet tot actie. Een toestand waarin het individu de noodzaak voelt om tot actie over te gaan teneinde omstandigheden/dingen te wijzigen, e.d.

Motivering
De reden voor het gedrag.

Multi cliënt onderzoek
Een marktonderzoek waarbij meerdere opdrachtgevers participeren. Zie: omnibus enquête.

Multi media onderzoek
Onderzoek naar de mediagewoonten bij meerdere media tegelijkertijd. Wordt o.a. verricht door het NIPO.

Multi-brand-strategy
Zie: multi-merk strategie.

Multi-merk strategie
Het op de markt brengen van meerdere met elkaar concurrerende produkten onder verschillende merken. Dit kunnen zijn 2 of meer A-merken maar ook een combinatie van A-, B- en winkelmerken.

Multidisciplinair
Een kennisgebied dat is opgebouwd uit delen van andere wetenschappen (marketing bestaat bijvoorbeeld uit een stuk: economie, psychologie, sociologie etc.). Een verwant begrip is interdisciplinair: een kennisgebied dat verklaringen zoekt voor een verschijnsel met behulp van meerdere wetenschappen.

Multipele distributie
Situatie, waarbij een onderneming meer dan twee handelskanalen inschakelt bij de distributie en verkoop van haar produkten. Drop bijvoorbeeld wordt via het drogisterij-kanaal, het levensmiddelenkanaal en een grijs kanaal (benzinepompen, etc.) afgezet.

Multiple choice vragen
Vragen of opdrachten waarbij de ondervraagde moet kiezen uit meerdere gepresenteerde antwoorden.

Multiple-product-advertising
Reclame waarin een fabrikant meerdere, niet direct aan elkaar verwante artikelen in een advertentie overbrengt.