Marktoriëntatie
Ander woord voor marketingconcept.
Marktpotentieel
Het aantal ge- of verbruikende eenheden in een bepaald gebied, dat op
enig moment in staat is en bereid is om een bepaald produkt aan te schaffen.
Tevens de som van reeds (reële) ge- of verbruikers en nog niet ge- of
verbruikers.
Marktprofiel
Een beknopte weergave van kenmerken van een markt. Deze kenmerken zijn
o.a. marktvorm, distributie, concurrentie kopers etc.
Marktprognose
Voorspelling van de omvang van de markt in een toekomstige periode.
Marktsegment
Gedeelte van de totale markt (waarbij de consumptie-eenheden naar bepaalde
criteria homogeen zijn en min of meer hetzelfde zullen reageren op een
bepaalde marketingmix).
Marktsegmentatie
1) Analysetechniek: opdelen van markt in naar relevant gezichtspunt homogene
groepen afnemers (segmenten) 2) Marketingstrategie: je als aanbieder richten
op een of enkele segmenten en je marketinginspanning daarop aanpassen.
Marktsegmentatievoorwaarden
Eisen waaraan segmenten moeten voldoen: 1) meetbaarheid 2) voldoende omvang
3) toegankelijkheid 4) bewerkbaarheid.
Marktstadia
De fasen in de levenscyclus van een produkt. Zie: product life cycle.
Marktstructuur
De aard van de markt zoals veroorzaakt door een aantal factoren zoals
concurrerende produkten, merken, prijzen, soorten kopers (heavy users
of light users). De marktstructuur komt in het marktprofiel tot uitdrukking.
Marktstructuuronderzoek
Zie: structureel (markt)onderzoek.
Markttransparantie
Doorzichtheid van de markt. De volledigheid van de kennis van de marktpartijen
omtrent prijzen, concurrenten, verkrijgbaarheid etc.
Marktverzadiging
Situatie waarbij nagenoeg iedereen die voor de aankoop van een artikel
in aanmerking komt dit ook daadwerkelijk gedaan heeft.
Marktvorm
Op grond van een aantal objectieve omstandigheden is er een aantal typen
van prijsvorming in een markt te bepalen. Deze typen noemt men marktvormen,
de belangrijkste van de objectieve omstandigheden zijn het aantal aanbieders
en de aard van de goederen.
Marktwaarde
Prijs van een produkt.
Massa marketing
Zie: geaggregeerde marketing.
Massa-distributie
Zie: Intensieve distributie.
Massacommunicatie
Alle vormen van communicatie waarbij de afzender gebruik maakt van massa
media.
Massadisplay
Display aanpak waarbij de prijs primair gesteld wordt; de nadruk ligt
op het image van de winkel; ingespeeld wordt op de efficiency van het
personeel. De levensduur van de display is kort.
Massamarkt
Markt waar probleemloze artikelen (convenience goods) worden verhandeld.
Kenmerken: schaalvergroting; parallellisatie; laag service niveau; scherpe
prijsconcurrentie.
Massamedia
Media die in principe voor iedereen toegankelijk zijn en een massaal bereik
hebben.
Massaproduktie
Produktie op grote schaal voor een onbekende markt.
Matched pairs
Zie: Gelijke paren.
Materiële goederen
Tastbare goederen.
Material handling
Het fysiek verwerken van grondstoffen halffabrikaten.
Material management
Het geheel van activiteiten die de grondstoffen- en halffabrikatenstromen
en de daarmee gepaard gaande informatiestromen zo efficiënt mogelijk naar
en door het produktieproces voeren.
Matrix
Een tabel met twee ingangen. Ook wel kruistabel.
Matrixorganisatie
Organisatiestructuur die veel wordt toegepast bij projecten. Voor het
project worden mensen geselecteerd op basis van hun deskundigheid, uit
verschillende disciplines binnen het bedrijf.
Matrixorganisatie (roosterorganisatie)
Organisatievorm waarin werknemers functionele opdrachten ontvangen van
hun chef en operationele opdrachten van de projectleider/product manager.
Maturiteitsfase
3e fase in de levenscyclus van een produkt. In deze fase neemt de winst
licht af en is er sprake van dalende prijzen en een verdere uitbreiding
van het assortiment. Zie: rijpheidsfase en volwassenheidsfase.
McNair
Zie: wheel of retailing.
Me too marketing
Marketingbeleid, dat vooral geïnspireerd wordt door datgene wat de concurrent
doet.
Me too pricing
Prijsstelling die gebaseerd is op datgene wat de concurrentie voor vergelijkbare
produkten maakt.
Me too produkten
(Van de concurrentie) nagemaakte, vergelijkbare produkten.
Mechanisch model
Ondernemingsmodel waarbij geen sprake is van een geïntegreerd geheel van
functies maar waarbij iedereen de aan hem of haar opgedragen taken verricht,
waarbij deze taak los wordt gezien van de totale taakstelling.
Mededinging
Ook wel concurrentie, rivaliteit tussen ondernemingen.
Media doelgroep
De groep personen waarop men zich - gedwongen door een mediumsituatie
- richt. Deze groep benadert zoveel mogelijk de reclamedoelgroep doch
is soms afwijkend.
Media frequentie
De frequentie waarmee men een bepaald medium inschakelt.
Media onderzoek
Onderzoek naar de kenmerken en het bereik van reclamemedia zoals een lezerskringonderzoek,
een luister- en kijkonderzoek etc. Zie: media research.
Media planning
Het op grond van nauwkeurige gegevens omtrent markt en reclameboodschap
bepalen van de in te schakelen media en op welke wijze dit zal geschieden.
Media research
Zie: media onderzoek.
Mediaan
Het getal dat het middelste cijfer vormt van een reeks van laag tot hoog
gerangschikte getallen.
Mediabuyer
De media-inkoper. Deze sluit contracten af met de media en reserveert
plaatsingen voor reclameboodschappen van zijn cliënten.
Mediacommissie
Deel van het inkomen van een reclamebureau. Het bureau ontvangt van de
media een vast percentage (15%) van de mediakosten.
Mediaconsumptie
Het gebruik van media.
Mediakeuze
De keuze van het reclamemedium, afhankelijk van: bereik, kosten, communicatievermogen
en randvoorwaarden. Onderdeel van de mediaplanning. De mediakeuze valt
uiteen in: 1. media type keuze 2. media selectie binnen het gekozen type.
Mediane waarde
Middelste waarde. 50% van de waarnemingen ligt hierboven, de andere 50%
er onder.
Mediaplan
De planning van alle in te schakelen media met daarbij behorende kosten
en voor zover nodig bijzonderheden.
Mediaplanner
Functie bij een reclamebureau, degene die betrokken is bij het inplannen
van de advertenties in de diverse media.
Medium
Alles wat kan dienen om een (reclame-)boodschap over te brengen.
Medium user
De gebruikers van een medium.
Mediumbereik
Het aantal personen dat geconfronteerd wordt met een specifiek medium.
Mediumconfrontatiefrequentie
Term uit de mediaplanning. Getal dat aangeeft hoe vaak een persoon binnen
een bepaalde periode met een specifieke mediumeenheid of met verschillende
mediumeenheden (van een of meer media) is geconfronteerd.
Mediumgebruiksintensiteit
De hoeveelheid van een mediumeenheid waarmee een persoon wordt geconfronteerd
in relatie tot de gehele inhoud van deze mediumeenheid.
Mediumtype
Soort medium o.a. televisie, radio en pers.
Meerstuksverpakking
Meerdere eenheden van een artikel die gebundeld tegen een prijs worden
aangeboden.
Meetfout
Een fout bij een marktonderzoek veroorzaakt doordat het meetinstrument
niet geheel perfect is.
Meetinstrument
Elke vragenlijst, test of apparaat is een meetinstrument.
Meetniveau
Er zijn 4 meetniveaus die worden uitgedrukt in schalen: 1. nominale schaal
2. ordinale schaal 3. interval schaal 4. ratio schaal.
Meetwaarde
Bij het meten verkregen uitkomst.
Mening
Zie: Opinie.
Merchandiser
Vertegenwoordiger die geen directe verkopende taak heeft maar belast is
met selling in en selling out activiteiten. Eventuele orders worden door
het gebruikelijke kanaal afgewikkeld.
Merchandiser missionary salesman
Zie: supporter.
Merchandising
Alle promotionele activiteiten op de plaats van de verkoop teneinde de
omzet te stimuleren. Hieronder valt eventueel ook het adviseren van de
detaillist.
Merchant middlemen
Grossiers, detaillisten, importeurs en exporteurs. (Kopen en verkopen
voor eigen rekening en risico).
Merk
Een naam, term, teken, symbool of een combinatie ervan waarmee een aanbieder
zijn produkt identificeert en doet onderscheiden van dat van zijn concurrenten.
(Engels: brand)
Merkartikel
Artikel, dat onder een bepaalde naam of merkteken op de markt gebracht
wordt. Zie: A-, B-, en C-merk.
Merkbeeld
De voorstelling die een consument zich maakt van een bepaald merk (Engels:
brand image)
Merkbekendheid
De mate waarin een merk bekend is bij de doelgroep of het aantal personen
dat een merk kent, uitgedrukt in een percentage van een bepaalde bevolkingsgroep.
Merkbekendheid
Percentage dat aangeeft hoeveel consumenten het merk kennen. Het is een
van de graadmeters voor de sterkte van een merk. Er is een onderscheid
tussen spontane en geholpen merkbekendheid. Zie: brand awareness.
Merkbekendheidsmeting
Onderzoek waarbij wordt nagegaan wat de merkbekendheid van een produkt
of dienst is.
Merkenfamilie
Zie: Familiemerk.
Merkenparaplu
Zie: Familiemerk.
Merkenreclame
Reclame gericht op de ondersteuning van een merk. Zie: brand advertising.
Merkentrouw
Men spreekt van merkentrouw als de consument bereid is tot koopinspanning
om het desbetreffende merk te bemachtigen. Gevolg is dat een merktrouwe
consument nauwelijks van merk wisselt. Graadmeter voor de sterkte van
een merk. (Engels: brand loyalty)
Merkenvoorkeur
De voorkeur, die een consument heeft voor een merk (o.a. tot uitdrukking
komend in een hogere prijs die hij er voor wil betalen. (Engels: brand
preference)
Merkenwissel
De mate waarin de consument bij herhalingsaankopen kiest voor een ander
merk. Het veranderen (vaak veelvuldig) van gekocht merk. Zie: brand switch
en Markov.
|