Marketingwoordenboek

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3

 

Concentrische diversificatie
Het door een bedrijf toevoegen van een nieuwe activiteit die qua technologie en/of marketing een synergetisch effect heeft op de reeds bestaande activiteiten.

Concept
Basisgedachte, basisformulering, basisidee. Kan slaan op een produkt (produktconcept), een reclame-uiting (reclameconcept), een winkelformule, een bepaalde marketingaanpak, en dergelijke. Betreft meestal een nog te testen/concretiseren idee.

Concept-advertising
Reclame die gevoerd wordt door een nog niet bestaand produkt.

Concepttesting
Marktonderzoek waarbij men het concept of idee van een produkttest, een verpakkingsidee of een idee omtrent een reclameboodschap.

Concessionair
Iemand die in een grote verkoopeenheid (b.v. warenhuis of supermarkt) een beperkte ruimte huurt om daar voor eigen rekening en risico zijn produkten of diensten te verkopen.

Concrete markt
Betreft een concreet aanwijsbare plaats waar vragers en aanbieders elkaar kunnen ontmoeten om goederen (of diensten) te verhandelen. B.v. een bloemenmarkt. Staat tegenover abstracte markt.

Concurrent
Rivaal, bedrijf dat in dezelfde behoefte voorziet met dezelfde, vergelijkbare of andere produkten. Een bedrijf dient erop bedacht te zijn dat leveranciers, afnemers, aanbieders van substituten en entree-concurrenten daartoe ook behoren.

Concurrentie
Mededinging. Die kan plaatsvinden vanuit vijf invalshoeken: directe rivalen, afnemers (die het zelf kunnen doen), leveranciers (die uw functie over kunnen nemen), aanbieders van substituten en bedrijven die uw markt kunnen betreden. Zie: Concurrent.

Concurrentie-analyse
Analyse van de concurrentiestructuur (marktvorm, concentratiegraad, soort concurrentie) en concurrentiegedrag (wie zijn concurrenten, welke sterkten en zwakten hebben ze, welk beleid voeren ze en met welk succes, wat is hun toekomstig gedrag).

Concurrentie-inspanning
De marketinginspanning van concurrenten.

Concurrentie-onderzoek
Zie: Concurrentie-analyse.

Concurrentiefase
Zie: produktlevenscyclus.

Concurrerende goederen
Zie: substitutiegoederen.

Confrontatie
Elk zintuiglijk contact met een specifiek medium (mediumconfrontatie) of een reclame-uiting daarin (reclameconfrontatie), dat tot waarneming kan leiden. Zie: exposure.

Confrontatiefrequentie
Het aantal malen dat een persoon binnen een bepaalde periode met een specifiek medium (of meer) is geconfronteerd.

Conglomerate diversificatie
Het door een bedrijf toevoegen van een nieuwe activiteit waarvan de technologie en de markt geen relatie hebben met de huidige produkten en afnemers.

Conjoint measurement
Onderzoektechniek bij het bepalen van de marketingmix. De respondent moet een preferentievolgorde aangeven tussen een beperkt aantal (kleiner dan 20) attribuutcombinaties.

Conjunctuur
Golfbewegingen in onze economie, tot uitdrukking komend in fluctuaties in nationaal inkomen, werkgelegenheid etc.

Conjunctuurenquête
Een in de E.E.G. landen 4 keer per jaar gehouden enquête met als doel het consumentengedrag voor de eerste 12 maanden te voorspellen door berekening van een indexcijfer van het consumenten vertrouwen.

Conjunctuurstudie
Onderzoek naar de conjunctuur in een bepaalde periode. In dit verband kent men de conjunctuurbarometer waarbij essentiële elementen van ons economisch leven gemeten worden.

Consignatie
Het in handen stellen van goederen tot verkoop voor rekening van de afzender.

Consistentie
Met elkaar in overeenstemming zijn. Begrip dat men terugvindt in vaktermen als assortimentsconsistentie, consistentie van antwoorden op een vragenlijst, en dergelijke. Soms coherentie genoemd.

Consistentietheorie
Mensen zullen er altijd naar streven balans of consistentie in hun attitudes te krijgen.

Constante kosten
Kosten die in hun totaliteit binnen zekere grenzen onafhankelijk zijn van de produktie omvang. Zie: Vaste kosten.

Constitueren
Vormgeven aan een beleid.

Constituerende leiding
De beleidsbepalende aspecten van het leidinggeven.

Constraints
Randvoorwaarden.

Consultant
Adviseur.

Consument
Individu of huishouden dat voor persoonlijke behoeftebevrediging goederen en diensten koopt; ook wel finale consument.

Consumenten prijsindex
Een prijsindex die gebruikt wordt voor het meten van de kosten voor levensonderhoud. Is gebaseerd op de prijzen van een aantal goederen en diensten noodzakelijk voor levensonderhoud. Dit pakket wijzigt in de tijd. Het C.B.S. voert dit onderzoek uit.

Consumentenbescherming
De bescherming van de consument via wettelijke bepalingen bijvoorbeeld verplichte produktinformatie op verpakking, via zelfregulering van de bedrijfstak bijvoorbeeld eisen aan openbaar aanprijzen van geneesmiddelen of via consumentenorganisaties. (Engels: consumer protection).

Consumentenbond
Een vereniging die de belangen van de consument behartigt via onderzoek en voorlichting van en over produkten.

Consumentengedrag
De handelingen van individuen die rechtstreeks te maken hebben met het verwerven en gebruiken van economische goederen en diensten daarbij inbegrepen het keuzeproces dat aan deze handelingen voorafgaat en ze zelfs bepaalt.

Consumentengids
Maandblad van de Consumentenbond.

Consumentenmarketing
Marketing gericht op consumenten, finale afnemers. Staat tegenover industriële marketing, professionele marketing en handelsmarketing. Onderscheid van belang omdat commerciële problematiek verschilt.

Consumentenmarkt
De markt waar als vragers consumenten optreden.

Consumentenonderzoek
Marktonderzoek waarbij gegevens over consumenten worden verzameld.

Consumentenpanel
Periodiek onderzoek bij een vast aantal respondenten waarbij men doorgaans d.m.v. speciale huishoudboekjes gegevens laat vastleggen over gekochte aantallen per produkt.

Consumentenreclame
Reclame gericht op de finale consument.

Consumentenvoorlichting
Het verstrekken van objectieve en relevante informatie met het doel consumenten in staat te stellen op weloverwogen wijze een keuze te doen uit en vervolgens gebruik te maken van aangeboden goederen en diensten.

Consumentenwetgeving
De wetgeving die de consument moet beschermen tegen misleidende reclame, gevaarlijke produkten etc. Zie: Consumentenbescherming.

Consumentisme
Emancipatiebeweging van de consument. Stroming die de rechten van de consument verdedigt. Al dan niet georganiseerd verzet tegen manipulaties door het bedrijfsleven. Organisaties van consumentisme zijn o.m. de Consumentenbond.

Consumer benefit
Het voordeel dat een consument bij het gebruiken van een produkt kan verkrijgen.

Consumer clinic
Een onderzoeksituatie waarin reacties van (potentiële) consumenten kleinschalig (kleine steekproef) worden bestudeerd. Het betreft veelal oriënterend onderzoek.

Consumer deals
Incidentele consumentenpromoties.

Consumer goods
Goederen die bestemd zijn voor gebruik door finale consumenten. Zie: consumptiegoederen.

Consumer promotion
Promotie-activiteiten gericht op de consument. Staat tegenover sales force- en trade promotion.

Consumptiegoederen
Ook wel consumentengoederen. Staan tegenover industriële goederen. Goederen die bestemd zijn om te worden gebruikt door finale consumenten. Gebruiksdoel bepaalt hier de aard. Zo is een wetboek voor een student een consumptiegoed en voor een advocaat een industrieel goed.

Consumptiehuishouding
Een bestedende en consumerende eenheid van een of meer personen.

Consumptiepatroon
Gewoonten van kopers/gebruikers van produkten inzake de aankoop en het gebruik. Meestal gemeten via een panel.

Consumptiepionier
Innovator. Zie: Adoptiecategorieën.

Consumptieve eenheid
De persoon, groep of organisatie die een produkt ge- of verbruikt. Een persoon bij persoonlijk gebruik (tandpasta), een gezin bij gezins- of gebruik (wasmachine). Idem bij industriële afzetmarkten: individuen (lassers) versus bedrijven.

Consumptieverwantschap
Kenmerk van een groep produkten die door afnemers in samenhang met elkaar worden gebruikt. Zo worden brood en beleg, koffie en poedermelk in samenhang met elkaar gebruikt. Doch ook laserprinters en inktcassettes, copiëermachines en papier, spuitgietinstallaties en pvc-korrels.

Contaminatie
Letterlijk: besmetting. De subjectiviteit van een onderzoek komt in gevaar doordat de onderzoeker wordt beïnvloed door eigen gevoelens. Sympathie of antipathie kleuren het onderzoekresultaat.

Contingency planning
Het gereed hebben van een actieplan, indien bepaalde ontwikkelingen plaatsvinden.

Contingency pricing
Een vorm van prijsbepalingsstrategie waarbij de prijs wordt bepaald nadat de dienst is verleend.

Continu-onderzoek
Onderzoek dat periodiek herhaald wordt om zodoende volgtijdelijke vergelijkingen te kunnen maken.

Contra segmentatie
Het omgekeerde proces van segmentatie: men voegt tot dan toe apart bewerkte segmenten samen tot een kleiner aantal nieuwe segmenten. Contra segmentatie betekent vaak kostenverlaging (minder variatie), vooral in een tijd van economische teruggang is het een toepaste strategie.

Contributiebijdrage
Zie: bruto bijdrage of contributiemarge.

Contributiemarge
De bijdrage (omzet minus variabele kosten) die een produkt levert ter dekking van de vaste kosten en ter bijdrage aan de winst. Engelse term: contribution margin. Zie: bruto bijdrage.

Controlegroep
Staat tegenover experimentele groep. Onderscheid van belang bij experimenten. Om effect van een variabele te onderzoeken bij uitsluiting van de invloed van andere variabelen wordt vaak van een controlegroep gebruik gemaakt.

Controleren
Een van de managementtaken.

Controlled circulation
Verspreiding van een persmedium onder een afgebakende doelgroep die het blad gratis krijgt toegezonden. Het blad Adformatie is er een voorbeeld van.

Convenience goods
Consumentengoederen die de afnemer frequent koopt, met een minimum aan koopinspanning en zonder prijzen en kwaliteiten te vergelijken, voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Meestal niet-duurzame verbruiksgoederen. Zie: Copeland.

Convenience sample
De steekproef wordt door de onderzoeker samengesteld op een manier die hem het beste uitkomt.

Convenience store
Gemakswinkel: kleine winkel in de nabijheid van de consument waar men dagelijkse boodschappen kan kopen. Breed maar ondiep assortiment.

Conversie
Omzetting, verwisseling. Betekenis hangt af van de context: bijvoorbeeld de conversie van couponaanvragers naar klanten, de conversie van een tekstbestand naar een ASCI-bestand.

Conviction
Overtuiging. Zie: Dagmar-model.

Copeland
Auteur, bekend om zijn indeling van consumentengoederen naar het koopgedrag van consumenten: convenience goods, shopping goods en specialty goods.

Copy
Engels voor tekst. Tekstgedeelte van een advertentie.

Copy research
Onderzoek naar de overdrachtswaarde (communicatie, begrijpelijkheid en geloofwaardigheid) van de tekst van een reclame-uiting.

Copy test
Alle onderzoekmethoden die zich bezig houden met het meten van de effecten van reclame-teksten.