HONKBAL

Hieronder zal een toelichting gegeven worden over de verschillende posities die een honkbalteam heeft. Helemaal onderaan de pagina is een veldweergave van de posities van de veldspelers tijdens een honkbalwedstrijd weergegeven.

Pitcher
Voor het verdedigende team hangt veel af van de pitcher. Werpt-ie goede ballen, dan wordt er weinig geslagen, en zullen er niet veel spelers van de tegenpartij op de honken komen. Pitcher en catcher proberen samen elke slagman uit te schakelen door te voorkomen dat er geslagen wordt.
De catcher geeft tekens aan de pitcher om duidelijk te maken wat voor bal er gegooid moet worden.

Hij kiest daarbij uit bijvoorbeeld een harde bal (fastball), een curve balI, een langzame bal (change-up) of een duidelijke wijdbal. Ook geeft hij via tekens aan waar in het slagperk hij de bal wil hebben. De pitcher zal het niet altijd eens zijn met het voorstel van de catcher en dan zie je dat hij heel kort met zijn hoofd nee schudt. Als de catcher een teken geeft waar de pitcher het mee eens is, knikt hij heel kort met zijn hoofd. De bal wordt echter niet altijd gegooid zoals die bedoeld is. Werpt de pitcher niet goed, of raakt-ie te vermoeid, dan kan de coach hem wisselen.

Catcher
Een goede catcher leidt de pitcher en de spelers in het binnenveld. Hij laat de pitcher zijn beste bal gooien en zet het binnenveld op de juiste plaats. Als de pitcher nerveus is, moet hij hem op zijn gemak stellen en als de pitcher moe wordt, moet de catcher de coach waarschuwen voordat hij weggeslagen wordt.

De catcher kan als enige veldspeler het hele veld goed overzien en van hem wordt daarom verwacht dat hij aanwijzingen geeft op spannende momenten in het spel.
Aan de catcher is de taak om alle ballen die de pitcher werpt, hoe moeilijk ook, te stoppen. Als de catcher een bal doorlaat dan betekent dat meestal dat de lopers op de honken tenminste een honk kunnen opschuiven. Staat er een loper op het derde honk als de bal niet door de catcher wordt gestopt, dan betekent dat vaak een punt voor de tegenpartij.

Slagman
Meestal zal de slagman proberen de bal zover mogelijk het veld in te slaan. Het mooiste is natuurlijk om de bal zo ver weg te slaan, dat-ie buiten het veld terechtkomt. De bal gaat dan over het outfieldhek heen, en raakt zodoende buiten bereik van de veldspelers.
De slagman kan dan ongehinderd een rondje lopen over het eerste, tweede, derde honk om tenslotte via de thuisplaat een punt te scoren. Dat wordt dan een homerun genoemd. Wordt de bal wel hoog en ver, maar niet over het hek geslagen dan is de kans groot dat de bal wordt gevangen. Bij een vangbal is de slagman uit.

Honklopers
De honkmannen zijn de infielders die tot taak hebben om de honken te bewaken. Zij moeten proberen om de honklopers uit te maken. Dat kan door het uittikken van een honkloper. Als een honkloper door een veldspeler met de handschoen waar de bal inzit, wordt aangetikt op het moment dat die honkloper geen contact heeft met een honk, is hij uit.

Eerste honkman
De belangrijkste taak van de eerste honkman is het vangen van ballen, die voornamelijk van de andere infielders afkomen.

Tweede honkman
Vaak worden de tweede honkman en korte stop in één adem genoemd, omdat zij verdedigend praktisch dezelfde taken hebben en die taken ook voor een groot gedeelte samen uitvoeren: dubbelspelen, aangooien van de catcher, de werper en de buitenvelders.

Derde honkman
Van de 3e honkman wordt verwacht dat hij geen angst heeft voor de bal. Deze plek wordt niet voor niets de hot corner genoemd. Hier komen de meeste swings van de slagman naar toe.

Velders
De verre velders of outfielders zijn de spelers die in het buitenveld staan. De linksvelder is verantwoordelijk voor het gedeelte achter de korte stop, de midvelder bestrijkt het gebied achter het tweede honk en de rechtsvelder neemt het stuk achter de 1e honkman voor zijn rekening.
De korte stop is dus de veldspeler die staat tussen het tweede en derde honk. Hij moet proberen de lage ballen die tussen het tweede en derde honk geslagen worden te stoppen, liefst door ze te vangen. De korte stop werkt veel met de tweede honkman samen.

Aanvoerder
Voordat de wedstrijd begint gaat de aanvoerder samen met de coach naar de scheidsrechter. Nadat ze zich voorgesteld hebben, worden met de scheidsrechter en de tegenpartij afspraken gemaakt over de toepassing van bepaalde spelregels. Dan wensen zij elkaar een prettige wedstrijd. Dit herhaalt zich nog een keer tijdens de line-up, waarbij de aanvoerder de scheidsrechter en de tegenpartij een prettige wedstrijd toewenst, gevolgd door een yell van de ploeg.
Na afloop van de wedstrijd bedankt de aanvoerder, namens het team, de scheidsrechter voor zijn leiding. De teams vormen ook weer een line-up.
Bij een competitiewedstrijd moet na afloop een wedstrijdformulier worden ingevuld. Dit moet getekend worden door de scheidsrechter, de coaches en de aanvoerders.

UP