Bijna iedereen weet dat er voor het honkbalspel een handschoen, een
knuppel en een bal nodig zijn, maar een nadere beschouwing van de sport
leert dat er veel meer bij komt kijken. Alleen al in knuppels en handschoenen
tref je een verscheidenheid aan van maten, gewichten en modellen. Ook
voor het speelveld zijn materialen nodig, zoals honken, thuis- en werpersplaten
deze zijn gemaakt van hard rubber en zijn altijd wit.
Handschoen
De vanghandschoen is het belangrijkste onderdeel van de uitrusting.
De handschoen vormt zich naar je hand en naar de manier waarop je hem
gebruikt. Het is daarom niet prettig om de handschoen van een ander
te gebruiken.
De catcher gebruikt een handschoen van een ander model, deze is veel
groter en dikker. De outfielders gebruiken hele grote handschoenen om
hoge, verre ballen goed te kunnen vangen.
Een infielder (met uitzondering van de eerste honkman) gebruikt juist
weer een kleinere handschoen omdat hij de bal weer heel snel uit zijn
handschoen moet kunnen pakken om naar een andere speler te kunnen werpen.
Bal
De buitenkant van een officiële wedstrijdhonkbal is van leer en
ongeveer even groot als een tennisbal, maar wel bijna zes keer zo zwaar.
Het is een harde, massieve bal, die een omtrek heeft van 229 tot 235
milimeter en een gewicht van 141 tot 149 gram.
Knuppel
De keuze van de knuppel laat je afhangen van je lengte, je gewicht,
je kracht en snelheid. Veel spelers, en dat geldt zeker voor beginners,
denken dat ze beter en verder kunnen slaan met een grotere knuppel.
Een vuistregel voor beginners is om eerst die knuppel te kiezen die
je nog gemakkelijk kan hanteren en vervolgens een iets lichtere knuppel
te gebruiken.
De beste slagmensen gebruiken lichte knuppels van aluminium. Het hardhouten
of lichtmetalen slaghout mag niet langer zijn dan 1,07 meter en nergens
een grotere doorsnede hebben dan zeven centimeter.
Pak
Een team dat het veld opkomt in een mooi, 'strak', pak heeft al bijna
z'n eerste punt binnen. Het tenue, met z'n drollenvanger-achtige broek,
werd bedacht in het midden van de 19e eeuw, toen mannen nog in knickerbockers
rondliepen. Jongens en mannen hebben onder hun pak altijd een tok om.
De honkbalpet (cap) is 't enige hoofddeksel dat in de hele wereld door
iedereen gedragen kan worden: Amerikanen, Chinezen, armen, rijken, mannen,
vrouwen, kinderen, presidenten, straatventers.
Catcherspullen
De catcher moet de door de pitcher geworpen ballen vangen - en dat gaat
lang niet altijd even eenvoudig. Het gebeurt dan ook vaak dat de geworpen
bal niet in zijn handschoen terechtkomt, maar dat de catcher de bal
tegenhoudt met zijn lichaam. Daarom moet dat volledig beschermd worden.
De catcher draagt daarom een helm, een masker, een body protector en
beenkappen (legguards).