WATERPOLO
|
![]() |
Bij waterpolo zijn verschillende zwemtechnieken van groot belang. Daarom zijn hier de meest belangrijke technieken weergegeven. Borstcrawl. Rugcrawl Omdat de doorhaal van de armen langs het lichaam plaatsheeft, bestaat
de neiging te gaan slingeren en dus af te wijken van wat als de ideale
lijn wordt beschouwd. Vereist is daarom een goede beenslag om deze zijwaartse
afwijkingen te compenseren, meer nog dan bij bijvoorbeeld de borstcrawl.
Daarnaast blijft de stuwende functie van de benen van belang. Schoolslag Het is ook de traagste van de vier zwemslagen. Topzwemmers overbruggen gemiddeld 1,67 meter per seconde. De geschiedenis van de schoolslag gaat terug naar het Stenen Tijdperk, zo bewijzen diverse gevonden afbeeldingen en tekeningen in grotten. De 'klappende' beweging met de benen is indertijd zo goed als zeker afgekeken van het zwemgedrag van kikkers. Schoolslag is een zogeheten discontinue slag; de verplaatsing is schoksgewijs. Het is in Nederland en België de eerste slag, die wordt geleerd aan kinderen, zoals bij het schoolzwemmen. Is de functie van de armslag bij een geoefende schoolslagzwemmer primair
stuwend, bij beginnende zwemmers worden de armen vooral gebruikt om
het hoofd boven water te houden. Zo wordt steun gezocht. De schoolarmslag
is de enige armslag waarbij de contrafase - de fase waarin de handen
en armen tegen de zwemrichting in worden bewogen - onder water plaatsheeft.
De armen en handen komen tijdens de gehele slag niet boven het wateroppervlak
uit, hetgeen veel weerstand tot gevolg heeft. Vlinderslag Vlinderslag is, zoals dat heet, een echte 'hoofdzaak', en dat heeft alles te maken met de bewegingen van het hoofd ten opzichte van de romp. Voor een optimale snelheid moet het lichaam in voldoende mate deze beweging volgen om de wisselende bol-hol-ligging goed aan te voelen. De timing van de hoofdbeweging op de armslag is doorslaggevend. Bovendien moet de timing van de ondersteunende beenactie aansluiten op de bol-hol vanuit de armslag en de hoofdbeweging. De bij de vlinderslag gehanteerde armslag komt neer op: (1) insteken, (2) (kort) glijden, (3) trekken, (4) duwen, (5) uithalen en (6) overhalen. De functie van de beenslag is tweeledig: zowel stabiliserend als stuwend. De vlinderslagbeenbeweging is een voortdurend op en neer bewegen van beide benen, en dat gelijktijdig. De beweging bestaat uit een upbeat (opslag) en een downbeat (neerslag), die vanuit de heupen wordt ingezet. Watertrappen |