Korfbaltermen
Aangeefpositie
De positie voor de korf waar de aanvaller de bal naar de schutter probeert
te gooien die een afstandschot neemt of een doorloopbal maakt.
Aanvalsvak
Het veld is verdeeld in twee vakken. Het aanvalsvak is het vak waar
door de aanvallers geprobeerd moet worden om te scoren. Het aanvalsvak
van de thuisploeg is het verdedigingsvak van de uitploeg.
Achterverdedigen
Het weggeven van de aangeefpositie zodat de rebound- of afvangpositie
behouden kan worden en het schot kan worden afgevangen door de verdediger.
Afstandschot
Een schot van verder dan 8 meter.
Airbal
Een erg slecht schot wat alleen maar lucht en dus geen korf raakt. Ook
wel Yoghurt of Bloemkool genoemd.
Avondvierdaagse lopen
Dit doe je wanneer je bijvoorbeeld bij een doorloopbal loopt.
Balgeil
Een verdediger is balgeil wanneer die alleen maar op de bal let om deze
te onderscheppen en niet op zijn directe tegenstander.
B.v.o.d.
Biertje Voor Onder de Douche. Meestal wordt dit alleen gedaan na een
gewonnen wedstrijd omdat de sfeer dan wat beter is.
Blauw-witter
Een manier van scoren. De aanvaller staat met z’n rug naar de
korf op ongeveer 6 meter. Hij gooit de bal met een stuiter of direct
achter de rug langs naar een andere aanvaller onder de korf. Meteen
daarna loopt de aanvaller snel naar de korf om een doorloopbal te maken.
Bloemkool
Ook een woord voor een slecht schot wat geen korf raakt.
Braziliaan
Wanneer de verdediger niet goed oplet bij het tolletje om de reboundpositie
te pakken kan de aanvaller van de zijkant de bal krijgen om van dichtbij
te scoren.
Diagonaal
Een pass die van de ene hoek van het veld naar de andere hoek van het
veld gegooid wordt.
Diep
Dit roep je naar je vakgenoten zodat zij weten dat er een lopje of diagonaal
wordt gegooid.
Doorloopbal
De aanvaller probeert met een schijnbeweging of gewoon puur op snelheid
zijn verdediger af te schudden en met een onderhands schot in de buurt
van de korf te scoren.
Drie – Een
Een tactisch systeem waarbij de reboundpositie of aangeefpositie is
ingenomen en waarbij de andere drie vakgenoten voor en rond de korf
in scoringspositie proberen te komen.
Eén-tegen-één
De aanvaller probeert zo vrij te lopen dat hij de verdediger afschut
en in scoringspositie komt.
Gemengd douchen
Douchen met warm en koud water door elkaar.
Hengelen
De paal zo proberen te bewegen dat de bal erin vliegt wanneer het schot
niet helemaal goed is. Dit mag niet, dus doe het alleen als de scheids
niet kijkt.
In de voeten
De verdediger moet de aanvaller op zijn voeten volgen, wanneer de verdediger
inspringt op een schijnbeweging van de aanvaller kan hij makkelijk erlangs
lopen voor een doorloopbal.
Korte kans
Een scoringskans op een afstand tussen ongeveer 0 en 6 meter van de
korf die bovenhands word geschoten.
Kunstgras
Geen ingelijst geschilderd gras, maar nagemaakt groen gras wat minder
onderhoud vergt en bijna nooit wordt afgekeurd bij slecht weer.
Lopje
Een boogbal die over de tegenstander naar de aanvaller wordt gegooid
zodat die in scoringspositie komt.
Lucht
Ook een erg slecht schot wat alleen maar lucht en dus geen korf raakt.
Middenvak
Het vak wat in 1991 is afgeschaft en vooral bij de wat oudere spelers
nog vele herinneringen oproept.
Onderschepping
Een pass die er tussen uit wordt gepakt door de verdedigers. Ook wel
een steal genoemd.
Overnemen
Het stoppen met verdedigen van je vaste tegenstander om je vakgenoot
te helpen met verdedigen van zijn verdediger om zo een scoringskans
te voorkomen.
Paaldame of Paalheer
De rebounder of reboundster in het vak.